(Lemmer 1812 - Groningen 1876)
Studeerde theologie in Franeker (1829) en Groningen (1831), en promoveerde in 1836. Hervormd predikant in Hallum (1837), Stiens (1842) en Groningen (1843), vanaf 1860 buitengewoon hoogleraar in Groningen en van 1866 tot 1876 gewoon hoogleraar.
Diest Lorgion behoorde aanvankelijk tot de Groninger Richting. Zijn historisch-kritische benadering van de Christusfiguur, waarbij hij een onderscheid maakte tussen de historische Christus en de Christus zoals hij bij de evangelisten en de apostelen voorkomt, maakte dat hij zich van de gangbare opvatting binnen deze Richting verwijderde.
Hij schreef verschillende (kerk)historische werken, onder andere Geschiedkundige beschrijving der stad Groningen (1854-1857), de inleiding op het Gedenkschrift ter inwijding van het nieuwe academiegebouw in Groningen (1851), De Nederduitsch Hervormde Kerk in Friesland, sedert hare vestiging tot het jaar 1795 (1848), Geschiedenis der Christelijke Kerk in Nederland, in levensschetsen (1851-1855), De predikant van Vliethuizen, of iets over de Groninger school, de kerkelijke leer, de wetenschap en den Bijbel (1859) en De predikant van Vrijburg (vroeger predikant van Vliethuizen), over godsdienst en wetenschap (1872). In dit laatste werk verantwoordt hij zijn eigen visie binnen de Groninger Richting.
Lit.: Biografisch Lexicon Geschiedenis Nederlands Protestantisme I, 64-65.
