Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Collenius, hermannus

betekenis & definitie

(? ca. 1650 - Groningen 1723)

Kunstschilder. Omstreeks 1650 geboren in Friesland. Zijn leertijd bracht hij door in Leeuwarden en Amsterdam. In 1669 schreef hij zich in als burger van de stad Groningen. Hij vertrok echter al spoedig naar Amsterdam, waar hij in 1673 poorter werd. In 1672 maakte hij daar deel uit van een geschillencommissie voor de beoordeling van schilderijen uit de collectie Uylenburg.

In 1678 vertrok hij weer naar Groningen. Niet lang daarna ging hij naar Leek, waar hij een zaal in de borg Nienoord heeft beschilderd. In 1685 keerde hij terug naar de stad en verwierf er het burgerschap. In 1694 kreeg Collenius de opdracht om de vaandels van de Martinitoren te beschilderen en in 1698 verguldde hij het snijwerk van het orgel in de Martinikerk. In 1700 hoorde het gerecht hem als getuige-deskundige in een meningsverschil over een bedorven schoorsteenstuk. Van 1702 tot 1703 was hij olderman van het schildersgilde en in 1722 beschilderde hij een deel van de burgervaandels van de stad Groningen.

Collenius was de belangrijkste en veelzijdigste Groningse schilder van zijn tijd. Mede via hem kwamen de Amsterdamse invloeden naar Groningen. Dankzij hem vond het elegante barokke portret ingang in de Groninger schilderkunst. Hij vervaardigde portretten en historiestukken. Het is opvallend dat er geen werken van hem bekend zijn uit zijn Amsterdamse periode; vermoedelijk zijn er werken van hem bekend onder de naam van andere kunstenaars. Hij heeft verschillende wandschilderingen gemaakt; de bekendste zijn die uit het Huis met de Dertien Tempels in de Boteringestraat (nr. 23) in Groningen.

[Van Roekel]

Lit.: F.J. Veldman, Hermannus Collenius 1650-1723 (Zwolle 1997).

< >