(Hannover 1767 - Amsterdam 1838)
Rabbijn, stamde uit een echte rabbijnenfamilie. Zijn vader Isachar Berish of Berend Levy was opperrabbijn van Hannover. In 1801 werd hij tot rabbijn van Groningen benoemd. Hoewel de functie nog niet bestond, tekende hij officiële stukken soms al als opperrabbijn van Groningen. Berenstein bleef tot eind 1808 werkzaam in Groningen. Vanaf 1809 tot en met 1812 was hij opperrabbijn van Leeuwarden en omgeving.
Vanaf 1813 tot zijn dood fungeerde hij als opperrabbijn van Amsterdam en omgeving. Berenstein stond bekend als hervormingsgezind. Uit de Groninger periode zijn van zijn hand geen geschriften bekend. Wel verschenen in 1809 preken van hem in het tijdschrift Ha-Me’assef. We mogen aannemen dat deze in Groningen gehouden zijn. Het archief van de familie Berenstein wordt bewaard in het Gemeentearchief van Amsterdam. Berenstein was gehuwd met Rebecca Roeschen, dochter van de Amsterdamse rabbijn Jacob Mozes Lowenstamm.
Lit.: W.J. van Bekkum en E. Schut, ‘De Joodse Gemeente van Groningen’ in: Van Halsema, Geloven in Groningen, 157-184; I. van Hoorn, ‘De Geschiedenis van de Joden in de stad en provincie Groningen’, Nieuw Israëlitisch Weekblad (in 30 afleveringen verschenen tussen november 1928 - augustus 1930).