Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Dahin

betekenis & definitie

daarheen; voorbij, verloren; meine Ruhe ist dahin, mijn rust is weg; bis dahin, tot zover; tegen die tijd; voor die tijd; dahin ist es gekommen, zover is het gekomen; das steht noch dahin, dat staat nog te bezien; meine Meinung geht dahin, ik ben van mening; er hat sich dahin geäußert, hij heeft zich aldus uitgelaten; sie einigten sich dahin, daß..., ze werden het eens in die zin, dat...; die Antwort lautete dahin, het antwoord -luidde in die geest; meine Bitte geht dahin, mijn verzoek luidt.

< >