In vroeger tijden, d.w.z. in de middeleeuwen en zelfs nog tot het begin van de 17de eeuw, dronken de Noren op het gebied van alcoholische dranken slechts bier en mede (honingwater). Ofschoon ze via de zeevaart allang in aanraking waren gekomen met volkeren die wijn dronken namen ze die gewoonte pas enkele eeuwen later over.
Op het gebied van sterke drank kwam de omwenteling pas toen men deze begon te importeren. Dit gebeurde eerst in de 17de eeuw, en tot die tijd bestond er in Noorwegen geen enkele drinkbare alcohol. Maar toen kwam er dan ook verandering in. Behalve tussen de jaren 1756 en 1816 was het iedereen geoorloofd om thuis alcohol te stoken. In die tijd was aquavit de favoriete drank van de Noren. In 1930 noteerde men 11 000 in bedrijf zijnde distilleerketels.
In 1845 deed zich een ingrijpende verandering voor. De aardappel was toen de belangrijkste grondstof voor de bereiding van sterke drank geworden, en aardappelen zijn voor een amateur-stoker moeilijk te verwerken. In datzelfde jaar werden distilleerketels met een inhoud van onder de 200 liter bovendien bij de wet verboden. Deze 2 factoren droegen er samen toe bij om het thuis alcohol te distilleren veel minder aantrekkelijk te maken. Geleidelijk aan werd het monopolie op dit terrein nagenoeg verworven door 2 grote firma’s, namelijk Jorgen B. Lysholm uit Trondheim en Loiten Braenderis Destillation uit Christiania (het tegenwoordige Oslo).
In 1927 werden de distilleerderijen echter overgenomen door het wijnmonopolie A/S Vinmonopolet, die ook vandaag de dag nog de verkoop van alle drinkbaar gedistilleerd in Noorwegen in handen heeft. De raad van bestuur van dit orgaan wordt benoemd door zijn directeur: de koning. Dit monopolie heeft tot taak de verkoop van alcoholische dranken aan banden te leggen en het alcoholisme te bestrijden. AIS Vinmonopolet is de enige organisatie die is belast met het rectificeren van lokaal gestookte alcohol, met de invoer van wijnen en sterke dranken en met de verkoop daarvan aan zowel de groot- als de kleinhandel. Zelfs de voor medicinale doeleinden gebruikte alcohol staat onder controle. Op dezelfde manier is de import van bier en gros aan banden gelegd, al mag deze drank in bepaalde licentie-houdende winkels vrij worden verkocht.
In 1976 werd in Noorwegen meer dan 100 000 hl wijn verkocht. Op wijn noch op sterke dranken moeten invoerrechten worden betaald, maar de accijnzen in het land zelf zijn zeer hoog. In 1976 bedroeg de verkoop van sterke dranken meer dan 150 000 hl, als volgt verdeeld:- In het buitenland gebottelde sterke dranken.
- Geïmporteerde en door het AIS Vinmonopolet gebottelde sterke dranken. Geïmporteerde en met Noorse alcohol vermengde sterke dranken.
- In Noorwegen geproduceerde alcohol.
Volgens de officiële statistieken werd in 1982 door Noren van boven de 15 jaar 6 1 zuivere alcohol per hoofd gedronken. De Noorse aquavit-merken Loiten en Lysholm worden op grote schaal naar bijna alle landen van de wereld geëxporteerd.
Noorwegen produceert eveneens een ‘Linie Aquavit’, een unieke specialiteit. Dit is de aquavit die de ‘lijn’, d.w.z. de evenaar, heeft overschreden. Om een oude traditie in ere te houden maakt de reeds op fust gerijpte aquavit op de vrachtschepen van Wilhelmsen een reis naar Australië en terug en overschrijdt op die manier tweemaal de evenaar. Door het geschommel van de boot krijgt de aquavit nog een extra rijping, waartoe de zilte lucht en de temperatuurverschillen trouwens ook het nodige bijdragen. De AIS Vinmonopolet garandeert op het etiket dat de reis een goed verloop heeft gehad en vermeldt bovendien wanneer die heeft plaatsgevonden en op welk schip. ‘Linie Aquavit’ smaakt uitstekend bij een hors d’oeuvre en kruidige gerechten.