In het Frans: cawcher, casher of kasher.
In enge zin is dit woord de aanduiding voor de wijn die volgens de rabbijnse wet wordt gemaakt voor gebruik tijdens de joodse godsdienstoefeningen. Bij uitbreiding is hij ook van toepassing op wat in wezen de paaswijn is, veruit de meest verkochte wijn in de Verenigde Staten. De joodse godsdienst schrijft de aanwezigheid van wijn voor bij de vrijdagavonddienst, de dag voorafgaand aan de sabbat, en tijdens de paastijd. Deze wijn moet zuiver zijn, natuurlijk, zonder enige vermenging, gezond en bereid volgens de strenge reinigingswetten onder toezicht van een rabbijn. Afgezien daarvan verschilt hij niet van een wijn voor dagelijks gebruik en wordt ook vaak als zodanig geconsumeerd. Wat de paaswijn betreft, die vroeger veelal thuis werd bereid, deze is dikker en zoeter dan de gewone wijnen. Door verruiming van de betekenis is hij vrijwel overal in de Verenigde Staten synoniem geworden met koosjerwijn.
De Amerikaanse koosjerwijn wordt vrijwel uitsluitend bereid uit Concord, afkomstig uit de wijnvelden in de staat New York waar deze druif een prijsniveau bereikt waarvoor de beste rassen moeten wijken.
De bereidingscentra voor Amerikaanse koosjerwijn zijn gevestigd in New York en Chicago, waar nauwelijks wijnland te bekennen valt. Doorgaans worden de druiven uit het noorden van de staat New York opgekocht door fabrikanten van fruitconserven die ze opslaan in koelhuizen en verzenden naar wijnbereiders in de steden naar gelang hun behoeften. Deze laatsten ontdooien de druiven en vergisten ze na toevoeging van rietsuiker, zowel om ze zoeter te maken als om de onaangename zure smaak te verzachten. Ten slotte worden ze dan behandeld met zwavel om de gisting op fles te verhinderen. Dank zij deze serie bewerkingen kan de wijnbereiding het hele jaar doorgaan en is zij niet meer afhankelijk van zulke ouderwetse factoren als de tijd van de wijnoogst.