Het open aanbieden van de bron van specifieke software onder een bepaalde opensourcelicentie, ook wel opensourcesoftware of OSS.
Open source (software) is vaak gratis, maar dit is niet 'free as in free beer', waarmee bedoeld wordt dat het vrij toegankelijk is, maar niet betekent dat het (altijd) niks kost of per se gratis is.
Bitcoin is een voorbeeld van een opensourceprogramma: alle code wordt op internet gedeeld met iedereen. Iedereen kan alle code inzien. Door de vrije MIT-licentie mag iedereen de broncode ook kopiëren, aanpassen en zelf uitbrengen.
Op die laatste wijze zijn veel altcoins in eerste instantie ontstaan: door het simpelweg kopiëren van de bitcoinbroncode en die code iets aan te passen, waardoor bijvoorbeeld Litecoin het levenslicht zag.
Het voordeel van opensourcesoftware is dat iedereen de code kan bekijken en kan zien of er fouten, bugs of andere problemen in zitten. Bugs en andere veiligheidsproblemen worden vaak snel verholpen omdat iedereen aan de software-ontwikkeling mee kan helpen.
Het nadeel kan zijn dat coördinatie bij (zeer) gedecentraliseerde projecten lastig is, zoals bij strategische besluiten. Bij projecten met (zeer) weinig ontwikkelaars kan het soms lastig zijn de software up-to-date te houden met betrekking tot veiligheidsbugs.
Het tegenovergestelde van opensourcesoftware is closed-source-software, ofwel: software waarvan de bron niet openbaar is. Als er fouten in dit soort gesloten software zitten, worden die vaak langzamer opgelost of helemaal niet. Dit kan leiden tot software met (langdurig) niet-gepatchte beveiligingsproblemen of bugs.