In het Oude Testament ontmoeten we twee personen van dezen naam. De eerste was een reus van het geslacht der Enakieten (Num. 13 : 22; Jos. 15 : 14; Richt. 1 : 10).
De tweede was koning van het kleine rijkje Gesur ten Zuiden van het gebergte Hermon. Zijn dochter Maacha was een der vrouwen van David en de moeder van Absalom (2 Sam. 3:3).
Toen Absalom zijn broeder Amnon om het leven had gebracht, vluchtte hij naar zijn grootvader te Gesur, waar hij driejaren bleef (2 Sam. 13:37,38).