is een woord, dat door Italiaansche boeren werd gebruikt, om een soortgelijk begrip aan te duiden, als hetgeen bij ons „terpaarde” heet, dus een vruchtbare aardsoort, welke voorkomt op verhoogde terreinen. En die verhoogde terreinen noemt men daarnaar terramaren.
Voordat nu een terramara is afgegraven, steekt ze als een plateau eenige meters boven het land uit, net als de terpen; maar de terremaren zijn veel uitgebreider en regelmatiger dan deze. Bij afgraving blijkt, dat een terramara precies gelijkt op een paaldorp, (zooals die bekend zijn geworden bij de Zwitsersche meren; zie het artikel Paalwoningen).
Maar, de houten vloer tusschen de hutten, die de meerbewoners als straat en plein diende, is hier vervangen door dijken. Terwijl de paalwoningen der primitieve volken slechts langs ladderste bereiken zijn, lagen de terramarengebouwen aan dijken, waarvan de kruin gelijkvloers was met de drempels.
Zoodat de overeenkomst tusschen de oude paalwoningen en de terramaren hierin gelegen is, dat bij beide de huizen rusten op palen. Er is meer overeenkomst.
Want in de cultuurresten zoowel van de bouwers der paalwoningen, als van de terremaricoli (bewoners der terramaren) vindt men een typisch gebruik bij het aardewerk n.l. om op de oortjes van potten en pannen een half maantje te kneden, dat het doet lijken of het potje horens heeft. Hierom neemt men aan, dat dezelfde groepen van volksstammen de Italiaansche terramare hebben gebouwd, als de paalwoningen van Zwitserland gesticht.Waarom zetten de terremaricoli hun woningen op palen ? Als hulpmiddel tegen overstrooming zegt men. Ja, maar hadden zij dan niet evengoed het heele terrein kunnen ophoogen ? Vermoedelijk zal het bouwen op palen een onverwoestbare traditie geweest zijn. Zelfs waar een terramara op een heuvel ligt, treft men de, dan overbodige, houten steunsels aan.
Zie: H. M. R. Leopold, Uit de Leerschool van de Spade.