is de naam van het groote legaat van Daniël Bernard Guilliamszn, die in het jaar 1761 te Utrecht overleed en bij testament een legaat vermaakte aan de Theologische Faculteit der Utrechtsche Universiteit. De inkomsten van dit legaat moesten gebruikt worden ten behoeve van Paltzische en Hongaarsche studenten in de Theologie, die te Utrecht hunne studiën wenschten aan te vangen, voort te zetten of te voltooien.
Meer dan duizend dezer vreemdelingen hebben sedert dien tijd aan de Utrechtsche Academie gestudeerd uit dit fonds, dat naar den stichter „het Bernardinum” heet. Het Stipendium Bernardinum is een der belangrijkste academie-beurzen en heeft er zeer veel toe bijgedragen, dat de NederlandschHongaarsche kerkelijke connectie’s in den loop der jaren steeds zoo levendig bleven en de ontwikkeling van de Hongaarsche Protestantsche theologie is er ook zeer door beïnvloed.
De geschiedenis van dit stipendium is beschreven door Prof. Dr S.
D. van Veen, indertijd Hoogleeraar in de Theologie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, wiens boek in het jaar 1911 ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van het stipendium verscheen. De grafsteen van Daniël Guilliamszoon is in de Geertekerk te Utrecht te vinden met het opschrift: „Geboren den XXVIII October MDCLXXVI in het Keurvorstendom van de Paltz in de stad Frankenthal, overleden Utrecht 1 Sept. 1761”.