I. In Gen. 49 : 10 is Silo een naam van den Messias.
Wel hebben velen, in aansluiting aan de oude vertalingen, betwijfeld of we hier met een naam te doen hebben, doch het kan met goeden grond niet betwist worden. Minder zeker is echter de beteekenis van dezen naam.
Tal van pogingen zijn beproefd om daarvoor een bevredigende verklaring te vinden. Een van de best geslaagde is die te achten, welke denkt aan een woord van Assyrischen oorsprong, dat „heerschep’ beteekent.II. In de overige plaatsen waar deze naam voorkomt, is er een stad mee bedoeld. Na den intocht in Kanaan werd daar de tabernakel opgericht (Joz. 18 : 1), en deze is daar gebleven in ieder geval tot de dagen van Samuël (Richt. 18 : 31; 1 Sam. 1 : 3, 9). Dat de plaats en het heiligdom door een ernstige ramp getroffen zijn leeren Ps. 78 : 60; Jer. 7 : 12, 14; 26 : 6, 9. Wanneer dit geschied is en waardoor, is ons onbekend. Het kan zijn dat de Filistijnen Silo na de verovering van de ark hebben ingenomen en verwoest, maar dit is niet zeker.