1800—1862, Luthersch predikant, o.a. te Wichlinghausen (Barmen), later superintendent te Eisleben, heeft als prediker, catecheet en herder met grooten zegen gearbeid. Hij heeft vooral bekendheid verkregen als geloovig exegeet.
Zijn hoofdwerk is: Die Reden des Herrn Jesu, 1843 v., 3de druk 1865—’74. Voorts schreef hij commentaren op 70 Psalmen, de Spreuken, Jesaja 40—66, Efeze, Hebreen enz.
De Heilige Schrift beleed hij als het Woord Gods, en het was hem te doen door te dringen tot den geestelijken zin. Ten onrechte noemde hij dit „den mystischen Doppelsinn”.
Hij onderschreef met heel zijn hart de stelling: scriptura sui ipsa interpres, d. i. de Heilige Schrift is haar eigen uitlegster. Steeds wilde hij uitgaan van den sensus simplex, den eenvoudigen woordzin; hij bewoog zich niet op den weg der allegorie, maar wilde ontwikkelen, wat in den eenvoudigen woordzin reeds in kiem was gegeven.