Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Paschier de Fijne

betekenis & definitie

Een der meest populaire predikanten bij de Remonstranten, zoon van Paschier de Fijne (eigenlijk Pasquier du Fin) en Maeike Couwets, werd den 31sten Januari 1588, als oudste van acht kinderen, te Leiden geboren. Aanvankelijk was hij, evenals zijn vader, lakenbereider, maar de studie trok hem aan en vooral begeerde hij het predikambt.

Studeerend onder leiding van eenige predikanten, maar vooral ook door eigen vorming, legde hij in 1609 het praeparatoir examen af. In 1611 werd hij predikant te Jaarsveld, terwijl hij in 1612 te Leiden in het huwelijk trad.

In 1619 weigerde hij de onderteekening van de Dordtsche leerregels, alsook van de acte van stilstand. Hoewel hij uit het Vaderland was uitgewezen, bleef hij heimelijk in het land.

Hij werd nu een rondreizend prediker, die onder allerlei vermommingen en in ’t geheim de gemeenten kwam troosten. Onder verschillende schuilnamen stond de geestige man sedert onder zijn aanhangers bekend.

Ook met de Collegianten of Rijnsburgers kwam hij in aanraking, maar hij kon hen niet bewegen zich bij de Remonstranten aan te sluiten. Na vele jaren als „ommegaand prediker” de Broederschap gediend te hebben, kwam hij in 1629 in Den Briel, dat hij echter in 1632 met Rotterdam verwisselde.

In 1633 nam hij, na veel zwervens, het beroep naar de gemeente te Haarlem aan. De moeilijke dagen behoorden nu voorgoed tot het verledene.

Vier-en-dertig jaren lang mocht hij nog deze gemeente dienen. In October 1667 overleed hij, negen en zeventig jaren oud.Paschier de Fijne was ontegenzeggelijk een vurig en arbeidzaam man, moedig en zelfs overmoedig, maar hij was dikwerf zeer scherp jegens zijn tegenstanders. Tal van vlugschriften verschenen van zijn hand. Een strijdlustig man was hij; zijn hand was tegen allen, maar inzonderheid tegen de Calvinisten hier te lande. Zeer vernuftig was hij in het vinden van geestige titels voor zijn strijdschriften.

Voor den kring der Remonstranten was hij ongetwijfeld iemand van niet geringe beteekenis.

< >