Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Nonjurors

betekenis & definitie

Zoo heetten de hoogkerkelijke geestelijken, die in 1688 weigerden den eed van trouw aan Willem van Oranje te zweren, ofschoon zij bereid waren hem de fado als koning te erkennen. Zij gevoelden zich door hun eed gebonden, dien zij den nog levenden koning Jacobus gezworen hadden.

De hofpartij stelde een compromis voor: de geestelijken zouden vrijgesteld worden van den eed onder voorwaarde, dat zij bewilligden in de opheffing der Test-act. De kerk en het volk wilden daarvan echter niets weten.

Er verscheen een acte, waarin bepaald werd, dat alle geestelijken, die op 1 Februari 1690 den eed niet afgelegd hadden, afgezet zouden worden. Aartsbisschop Sancropt, 6 bisschoppen en 400 geestelijken werden inderdaad afgezet.

< >