Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Kerkelijk Archief

betekenis & definitie

Het woord archief (Latijn: archium, archivum; Grieksch agxsiov d. i. raad-, stadhuis, en vandaar de plaats, waar de actestukken bewaard worden) beteekent verzameling van geschreven stukken, oorkonden, acten, bescheiden, registers enz. tot het bestuur van den staat, de provincie, of de gemeente enz. Onder kerkelijk archief verstaan wij de verzameling van geschreven en gedrukte stukken, die op het ontstaan en de geschiedenis der kerken betrekking hebben.

Bij alle kerken wordt er geklaagd, dat het met de zorg voor de archieven treurig gesteld is. Op sommige plaatsen zijn de oude doop- en lidmatenboeken eenvoudig verbrand, omdat de personen, wier namen er in opgeteekend zijn, toch al lang gestorven zijn.

Verschillende acta en bewijzen van eigendom zijn door verwaarloozing verloren gegaan. Het besef, dat een volgend geslacht de geschiedenis zijner geboortekerk moet kunnen naspeuren ontbreekt ten eenenmale.

Daarom is het noodzakelijk, dat de kerken maatregelen treffen in het belang der plaatselijke, classicale, particuliere en generale synodale en zendingsarchieven. Er zijn dus vierderlei soort van archieven:1e. Het archief der plaatselijke kerken.

Hiertoe behooren alle stukken, die op de formatie en op de reformatie der kerken betrekking hebben ; de notulen der kerkeraads- en gemeentevergaderingen; de doop-, huwelijks-en lidmatenboeken ; de copieën van beroepsbrieven, van tuchtzaken enz.; de eigendomsbewijzen van kerkelijke goederen; de schuldbrieven; de diaconieboeken; de verslagen van classicale en synodale vergaderingen, enz. enz. Elke kerk moet voor haar eigen archief zorgen; en de dassen en synoden moeten aan kerkvisitatoren en deputaten opdragen, op de zorg voor de archieven aan te dringen.

2e. Het classicaal archief.

Daartoe behooren de classicale notulen, de acta der synoden, de verslagen der kerkvisitatie, de correspondenties inzake tuchtgevallen; de copieën van attesten van vertrekkende predikanten; de attesten van inkomende predikanten; de boeken van den quaestor enz. enz. De classe wijze een archiefbewarende kerk aan, die er voor zorgt; en de kerkvisitatoren controleeren of het archief goed verzorgd wordt en brengen van hun onderzoek rapport uit.

3e. Het archief der particuliere en generale synoden.

Ook deze moeten voor hare respectieve archieven zorgen door de aanwijzing van een archief-bewarende kerk, en door aan deze op te dragen een bepaald en der zake kundig persoon als archivaris te benoemen, die zorgt, dat de oude stukken in goeden staat blijven en de nieuwe acten en stukken in het archiefboek bijgeschreven worden, en het geheele archief zorgvuldig bewaard worde.

4e. Het zendingsarchief.

Wenschelijk is, dat de plaatselijke kerken (inzonderheid de kerken, die een of meer dienaren uitzenden) en evenzoo de dassen, de particuliere en de generale synoden een afzonderlijken catalogus voor de zending inrichten en het zendingsarchief afzonderlijk bewaren.

< >