Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Kenieten

betekenis & definitie

De Kenieten waren een onderdeel van, woonden althans te midden van de Midianieten, waarom dan ook Mozes’ schoonvader nu eens Midianiet (Nuir;10 : 29), dan weer Keniet (Richt. 1:16) heet. Ze hebben zich in het Zuiderland neergezet, waar ze, wanneer Israël zwak was, nadruk legden op hun verwantschap met de Bedoeïenen-stammen der Amalekieten, om dan, zoodra Israël sterker werd, het met dat volk te houden (1 Sam. 15 : 6).

Een deel van hen heeft zich in de Richterenperiode in de vlakte van Megiddo vastgezet (Richt. 4 : 11, 5 : 24). Het Zuidelijke gedeelte is later in Juda opgegaan, waarom dan ook b.v.

Kaleb, hoewel van Kenitische afkomst, vaak een Judeër wordt genoemd, b.v. Num. 13 : 7 1 Kron. 4 : 15.Men heeft getracht de voorstelling ingang te doen vinden, als zou Israël door bemiddeling van de Kenieten met den dienst des Heeren in aanraking zijn gekomen, maar dat is in strijd met de feiten. In 1 Kron. 2 : 55 worden de Rechahieten Kenieten genoemd.

< >