Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

John Knox

betekenis & definitie

(1505—1572). De reformatie had door Patrick Hamilton reeds in Schotland ingang gevonden.

Knox drukte op de reformatie zijn eigenaardig puriteinsch cachet. Hij, de echte fiere onbuigzame Schot, heeft een machtigen invloed in zijn vaderland uitgeoefend.

Knox was door den omgang met H. Bullinger tot kennis van de reformatorische beginselen gekomen.

Hij trad voor het eerst als evangelisch prediker op in St. Andrews (1546), dat door de vijanden der reformatie ingesloten was.

George Wishart, zijn vriend, was reeds als martelaar gevallen en de aartsbisschop Beaton, de groote tegenstander der Schotsche reformatie, was door moordenaars om het leven gebracht. In 1547 werd St.

Andrews door de vijanden genomen en Knox viel in hun handen. Met vele andere reformatorisch-gezinden werd hij naar de galeien verbannen.

Door Engelschen invloed werd hij vrijgelaten in 1549.

Hij kwam nu in Engelschen dienst, werd prediker van koning Eduard en kreeg zelfs eenigen tijd een bisdom, maar Knox kon zich met de halfslachtigheid der Engelsche kerk niet vereenigen.

Hij vond nog teveel van den Roomschen zuurdeesem in haar. De reformatie was hem niet ver genoeg gegaan.

Onder de bloedige Maria was zijn leven niet meer veilig. Hij ging nu naar Genève (1554), waar hij de theologie en kerkregeering van Calvijn bestudeerde.

Daar kon hij zich geheel in vinden. Hij diende nog korten tijd een Engelsche gemeente van vluchtelingen in Frankfurt a/Main.

In den herfst van 1555 ging hij weder naar Schotland. In 1556 was hij nog eens in Genève, maar sinds 2 Mei 1557 vestigde hij zich blijvend in zijn vaderland.

Zijn prediking te Perth en te St. Andrews gaf het sein tot een beeldenstorm.

Nu ontstond een oorlog tegen de regentes Maria de Guise.

Knox was genoodzaakt de hulp in te roepen van koningin Elisabeth.

Na de afzetting van de regentes kwam het parlement bijeen, de Catholieke eeredienst werd afgeschaft en de reformatie werd overal ingevoerd naar het voorbeeld van Genève. (Confessio Scotica). Knox werd predikant aan de St.

Giles-kerk te Edinburg. Rusteloos arbeidde hij aan het reformatorische werk, dat hij aangevangen had.

Maria Stuart was na een voorloopige regeering, waarvan Knox de leiding in handen had, als koningin opgetreden. Zij moest de overwinning der reformatie lijdelijk aanzien.

Toen zij echter door list en vleierij de genoegens van het Fransche hof, (zij was eenige jaren in Frankrijk geweest) ingang deed vinden en den adel verleidde, trad Knox tegen haar openlijk op. Hij eischte, dat de mis in het koninklijk paleis zou afgeschaft worden.

Zulk een godsdienst mocht door het volk niet geduld worden. Het volk was verantwoordelijk voor de zonden van de overheid, wanneer het die n.l. niet bestreed.

Met groote vrijmoedigheid bestrafte hij de koningin.

Dat hij deel had aan den moord der adellijken op den gunsteling van de koningin Rizzio is niet te bewijzen, maar hij was desalniettemin blijde, dat Maria in den zomer van 1567 vluchten moest en in de handen van Elisabeth viel.

Hij drong nu aan op haar terechtstelling, omdat zij zich schuldig gemaakt had aan echtbreuk en moord. Knox verliet Edinburg en ging naar Kyle in Schotland, daarna naar Berwick in Engeland.

Onder den regent Murray keerde hij weder naar Edinburg. Toen kon de reformatie haar beslag krijgen, omdat door Murray de parlementsbesluiten van 1560, die Maria nooit had willen bekrachtigen, als geldig erkend werden.

In 1570 moest Knox, toen de Roomschen en de aanhangers van Maria het hoofd opstaken, nogmaals naar St. Andrews de wijk nemen.

Toen kreeg de ijverige prediker een beroerte en op 24 November 1572 stierf hij. Men kon van hem zeggen, dat hij „nooit het aangezicht van een mensch gevreesd had”.

Ijver voor Gods eer, eerbiedig buigen voor Gods Woord, onwankelbare trouw aan de reformatorische beginselen, strenge uitoefening der tucht, waren de hoofdeigenschappen van dezen stoeren Calvinist, die doof was voor elke vleierij en die geen dreigement ooit vreesde. Hij is de man, wiens geest later een Cromwell bezielde en die het echte puriteinsche type op de Schotsche kerk gedrukt heeft.

< >