Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Jacques Necker

betekenis & definitie

Genève, 1732; ✝ 1804. Bankier te Parijs en tweemaal minister van financiën onder Lodewijk XVI.

Ofschoon een ernstig werker, trouw en eerlijk, vol goede intenties, gezien in financiëele kringen, was hij nochtans niet in staat, orde te scheppen in den chaos waarin de publieke geldmiddelen verkeerden, kort voor de revolutie. Hij heeft een werkzaam aandeel in het bijeenkomen der Staten-Generaal.

Zijn ontslag als minister in 1789 is een der oorzaken van de bestorming der Bastille. Spoedig daarop 'is hij vergeten.

In zijn gedenkschriften (4 dln. 1798) geeft hij vooral uiting aan zijn wrok over de ondankbaarheid der menschen. Zijn eenige dochter is de beroemde Madame de Staël.

< >