Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Jaarfeesten

betekenis & definitie

In onderscheiding van jaardagen of geboortedagen verstaan wij onder jaarfeesten de jaarlijks terugkeerende feesten ter herdenking van gebeurtenissen of de verjaardagen van Christelijke en maatschappelijke instellingen. Wij noemen als voorbeelden de volgende:

De Joodsche jaarfeesten, die door God zelf zijn ingezet, nl. het Paasch-, Pinkster- en Loofhuttenfeest met den Grooten Verzoendag. De drie eerste worden de drie groote feesten genoemd. De feestelijke viering er van bestond voornamelijk in Sabbatsruste en het brengen van offers. Israël ging dan gemeenschappelijk op naar Jeruzalem, onder het zingen van de liederen Hammaaloth, waardoor het godsdienstig bewustzijn versterkt en de band der volkseenheid bewaard werd. De Groote Verzoendag droeg een bijzonder karakter. Hij was een volkomen rust- en vastendag; ook wel de vastendag of het groote vasten genoemd. Later kwamen er nog enkele, door de Joden zelf ingestelde jaarfeesten bij, zooals het Purimfeest, het feest der tempelwijding, en het Nieuwjaarsfeest.

De Christelijke jaarfeesten, zooals het Paasch-, Pinkster-, Hemelvaarts- en Kerstfeest, met Nieuwjaar, die algemeen kerkelijk gevierd worden. Het Paaschfeest is het oudste en waarschijnlijk het eenige uit de dagen der apostelen, tot ons gekomen feest. Bij het Paaschfeest sloot zich al spoedig het Pinksterfeest aan, terwijl van de tusschenliggende vijftig vreugdedagen de veertigste dag al spoedig de voornaamste werd geacht en als Hemelvaartsdag gevierd werd. In de vierde eeuw kwam er het Kerstfeest bij, dat op den 25sten December eerst in het Westen en vervolgens ook in het Oosten ingang vond; en in de zevende eeuw uit het heidendom het Nieuwjaarsfeest, dat in de Christelijke kerk in verband gebracht werd met Luc. 2 : 21 en als feest van Christus’ besnijdenis gevierd werd.

De Jaarfeesten van allerlei Christelijke en maatschappelijke instellingen, vereenigingen enz. Onderscheiden instellingen en vereenigingen zooals knapen-, meisjes- en jongelingsvereenigingen, werkmansbonden als Patrimonium, studentenvereenigingen, zangverenigingen enz. houden een jaarfeest ter herdenking van den stichtingsdag. Zulk een samenkomst wordt dan recht feestelijk ingericht; meestal met gebed en gezang geopend, terwijl verschillende verslagen van secretaris en penningmeester een overzicht geven van den toestand der vereeniging; voorts worden er voordrachten gehouden of treedt er een spreker als feestredenaar op, om de schare feestelijk te stemmen. Afgevaardigden van andere plaatsen komen in de feestvreugde deelen en geven een bijdrage of voordracht ten beste. Op knapen-, jongelings- en meisjesvereenigingen waren een tijd lang ook „samenspraken” zeer gewild. Een of ander zang- of muziekgezelschap werd uitgenoodigd om bij afwisseling de feestelijke stemming te verhoogen. Na het afhandelen van het feestelijk agendum wordt dan eindelijk door den feestleider of, op diens verzoek, door een der voornaamste of erkende persoonlijkheden, na gezang het jaarfeest met dankzegging gesloten.

< >