Geboren in 1822 te Neubuckow in Mecklenburg-Schwerin was leerling bij een koopman te Fürstenberg, leed schipbreuk bij Texel op een vaartuig, dat bestemd was naar Venezuela. Hij was genoodzaakt een geringe betrekking aan te nemen op een Amsterdamsch kantoor.
Daar legde hij zich toe op de studie der moderne talen. In 1846 werd hij door zijn patroon naar Petersburg gezonden.
In 1847 stichtte hij daar een huis voor eigen rekening. Nadat hij zich ook in Oud-Grieksch geoefend had, bereisde hij Europa, Syrië en Egypte.
In 1859 bezocht hij voor den eersten keer Griekenland. Toen hij een aanzienlijk vermogen verworven had, ondernam hij in 1864 een reis om de wereld en vestigde zich in 1866 te Parijs.
Daar wijdde hij zich met geestdrift aan de oudheidkunde. Nu reisde hij naar KleinAzië en zocht daar door opgravingen bij den berg Hissarlyk naar de overblijfselen van het oude Troje.
De resultaten van zijn arbeid waren zeer belangrijk. De Turksche regeering maakte een proces aanhangig tegen Schliemann bij de Grieksche rechtbanken.
Het einde was, dat Schliemann tegen betaling van 50.000 francs eigenaar werd van het door hem gevondene.
Hij schonk de tot 1882 gevonden voorwerpen aan het Duitsche rijk.
Nog belangrijker dan zijn opgravingen in Klein-Azië waren die van de Akropolis bij de beroemde Leeuwenpoort en de schatkamer van Atreus. In 1877 ontdekte hij in diepe aardlagen groote hoeveelheden wapens en sieraden, ja zelfs geraamten.
In 1878 hervatte hij zijn onderzoekingen op den steilen berg Aktos. In het voorjaar van 1882 ontblootte hij de schatkamer te Orchomenos en in 1884 en 1885 deed hij opgravingen te Tiryns.
In 1888 zette hij zijn arbeid voort in Mykene. In 1879 werd hij tot eeredoctor benoemd aan de universiteitte Rostock en in 1881 tot eereburger van Berlijn.
Hij ging wonen in Athene en stierf in 1890 te Napels. Schliemann schreef o.a.
Ithaka, der Peloponnesus und Troje (metautobiografie 1864), Mykena{ 1877), Ilios en Stadt und Länder Trojaner (1881), Orchomenos (1881) e.a. Na zijn dood zette de architect W.
Dörpfeld den arbeid van Schliemann voort tot 1895.