Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Haïti

betekenis & definitie

Naast Cuba het grootste, schoonste en rijkste eiland der Antillen met ruim een millioen inwoners. Het wordt in twee deelen verdeeld, de Neger-republiek in het Westen (550.000 inwoners) van wie 9/10 de Fransche taal spreken en de Mulatten-republiek in het Oosten (505.000 inwoners), die de Spaansche taal spreken.

De staatsgodsdienst is het Roomsch-Catholicisme: 1 aartsbisschop van Port au Prince en 3 bisschoppen. Er heerscht godsdienstvrijheid.

Onder de inlanders komt de slangenvereering voor en men kent er ook nog menschenoffers. De zending arbeidde er sinds jaren.

Allereerst de Engelsche Wesleyanen in 1885: 1021 avondmaalgangers en 5020 leden. Zij hadden veel te lijden van de revolutie in 1888.

Toen zij den Gouverneur, die in den strijd verwond was, liefderijk verpleegden, werd deze een begunstiger dier zending. Vervolgens vindt men er de zending der Engelsche Baptisten sinds 1845 aan de Zuidkust.

In 1888 in Jacmel 73 avondmaalgangers. Verder vindt men in Port au Prince episcopale Methodisten en Amerikaansche Baptisten.

In Port au Prince arbeidt ook sinds 1874 een inlandsche bisschop Holly. In het geheel telt men tegenwoordig ruim 3000 Protestanten, die een harden strijd te voeren hebben tegen het fanatieke Roomsch-Catholicisme.

< >