Geboren 1856, te Dublin, gaat in 1876 naar Londen, waar hij na eenige jaren van kantoorarbeid in de journalistiek treedt. Eerst is hij muziekcriticus, dan, na 1895, tooneelrecensent.
Vooral in de laatste functie heeft hij veel invloed geoefend, doordat hij tegenover het onnatuurlijke en de valsche sentimentaliteit, die eind vorige eeuw het Engelsche tooneel beheerschten, den geest van Ibsens werk propageerde (o.a. in zijn essay The Qaintessence of Ibsenism). Hij gaf tooneelstukken in den trant van Ibsen (Widowers Houses, The Philanderer, Mr Warrens Professions) maar de critiek op menschen en verhoudingen in scherpsatyrischen toon, het opzienbarende ook van den inhoud (huwelijksellende, prostitutie) verwekten alom ergernis; zelfs verbood de censuur van sommige de opvoering.
Ook de volgende stukken: Arms and the Man (tegen het militairisme), The man of Destiny (tegen huichelarij en zelfverblinding), Candida (over huwelijksliefde) vonden veel verzet. Maar die oppositie gaf hem te meer bekendheid.
Het blijspel You never can teil was het eerste, dat succes oogstte. Eerst toen hij zijn tooneelstukken gebundeld had (Plays Pleasant and Unpleasant (1897), Three Plays for Puritans (1901) en hij bij die bundels voorreden schreef, waarin het geestige van zijn humor en het scherpzinnige van zijn soms paradoxale critiek fonkelde, begon zijn roem.
Toen kreeg hij ook met zijn tooneelstukken vat op het publiek. Man en Superman (een Nietzscheniaansch stuk), John Bull’s Other Island(over de Iersche quaestie), Maior Barbara (over de ellende der armoede), Press Cuttings (tegen de suffragettes), The Doctors Dilemma (een aanval op de medische wetenschap), Getting Married (over de huwelijksmoraal), alle na 1900 geschreven, werden met stijgenden bijval opgevoerd.
En Over ruled, Pygmalion, Back to Methusaleh brachten hem tot de volle hoogte van zijn roem.Reeds in 1880 was Shaw, ofschoon christelijk opgevoed, aanhanger geworden van het socialisme; zelfs werd hij een fel propagandist met anarchistische tendenzen (zie zijn pamflet Manifesto). Later werd hij wel meer gematigd, maar een socialistische strekking bleef al zijn stukken kenmerken, evenals zijn critiek, die zich richt tegen alles wat naar zijn gevoelen sociale misstand is en vaak in vijandschap zich keert tegen het Christendom. De tooneelstukken van Shaw zijn dan ook alle tendenz-stukken, maar omdat de vorm altijd kunstzinnig is en het artistieke niet aan de strekking ten offer valt, hebben ze literaire waarde. Shaw vertegenwoordigt ongetwijfeld het moderne geestesleven; ook heeft hij een open oog voor de ellenden van den tijd en de gebreken der moderne samenleving. Maar een hervormer, zooals hij wil wezen, kan hij niet zijn, omdat hij in zijn sarcastische, vaak zelfs cynische spot, een slooper is en geen bouwer.