Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Florentius Costerus

betekenis & definitie

werd in 1654 dienaar des Woords te Wognum en Wadway, welke standplaats hij in 1656 met Hoorn verwisselde, waar hij den 23sten October 1703 overleed. Hij was gehuwd met Antje Beets uit Hoorn.

Hij schreef o.a. Nederlandts vloek en zegen en desselfs Reunie, vermeerdert met een nieuwen vloek en zegen en andere biddagstojfen, uitgegeven in Hoorn.

Zijn meest bekende werk, waardoor hij nog steeds bij velen een geliefd schrijver is, heet: Den geestelijke Mensch in zijn Begin, Voortgang en Uiteynde voorgesteld in twee en zestig leerredenen. Utrecht en Haarlem deden dan ook krachtige, zij het vruchtelooze pogingen, om Costerus aan hunne kerken te verbinden.

Vandaar dat een „dichter” in die dagen hem toezong:„Geen wonder dan, dat d’ Haarlemijten, „Daarna ook d’ Uterechtsche kerk, „U eertijds riepen tot het werk, „Om Satans hoogten neer te smijten”.

In de voorrede van zijn werk teekent Costerus eerst den geestelijken mensch in zijn onmisbare eigenschappen en onbedriegelijke kenmerken. Zulk een is geheel en in al zijn deelen vernieuwd, doet alles uit een inwendig geestelijk beginsel, dient God met zijnen geest en met een geestelijk doel. Hij doet ieder werk op zijn tijd en al zijn zaken ordelijk.

Onder de „oude schrijvers” neemt Costerus een plaats der eere in. Het boek biedt uitnemend geestelijk voedsel.

< >