Het concilie van Florence, voortzetting van de door paus Eugenius IV in 1431 te Basel saamgeroepen, in 1438 naar Ferrara, en vandaar naar Florence verlegde kerkvergadering, is bekend geworden door een hier tot stand gebrachte vereeniging met de Oostersche kerk. De Byzantijnsche keizer Johannes VII woonde daartoe persoonlijk het concilie bij.
De geleerde aartsbisschop van Nicea, Bessarion, was de theologische vertegenwoordiger der keizerlijke wenschen, en wist in 1436 een verdrag van vereeniging tot stand te brengen. Maar deze vereeniging was gemaakt, niet geboren.
Ze vond bij het volk geen instemming, en is alleen blijven bestaan op papier. Bessarion zelf, een der voornaamste Humanisten, ging tot de Roomsche kerk over.