Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Firmianus

betekenis & definitie

I. Firmianus, bisschop van Cesarea in Cappadocië omstreeks het midden der 3de eeuw.

Hij was een der meest beteekenende bisschoppen uit zijn tijd. Hij trad op den voorgrond in den strijd met de Montanisten, in de twisten over de Drieëenheid, over den ketterdoop en in den twist over Novatianus.

Origenes werd, toen hij uit Alexandrië moest vluchten, onder zijn dak vriendelijk onthaald. In zijn strijd met Stefanus van Rome over den ketterdoop stond hij aan de zijde van Cyprianus als een overtuigd tegenstander van de leer der geldigheid van den ketterdoop.

Hij stelde zich ook te weer tegen de aanmatiging van Stefanus, die hem van de kerkgemeenschap had uitgesloten en hij hield aan dezen diens onrecht voor. Hij stierf in 269 te Tarsen, toen hij op reis was naar de derde synode te Antiochië, die saamgeroepen was, om uitspraak te doen in de zaak van Paulus van Samosate.II. Firmianus (1679—1744) beproefde als bisschop van Salzburg in 1729 een gewelddadige bekeering der Protestanten of Evangelischen, echter zonder resultaat. De Evangelischen zwoeren bij het gewijde zout (2 Kron. 13 :5) onkreukbare trouw aan hun geloof. Dit „zoutverbond” werd als oproer beschouwd, en in weerwil van de tusschenkomst van Protestantsche vorsten werden in den strengen winter van 1731 alle Evangelischen met onmenschelijke hardheid uit huis en hof verdreven: ongeveer 30.000 weken uit naar Zuid-Duitschland, Oost-Pruisen, Nederland en Noord-Amerika. Firmianus werd bij deze vervolgingsperiode niet slechts door godsdienstijver maar ook door hebzucht gedreven: hij wist zich met de goederen der uitgebannenen te verrijken.

< >