Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Cesarea

betekenis & definitie

Met dezen naam worden, ter eere van keizer Augustus, twee steden genoemd.

I. Cesarea Palestina aan de Middellandsche zee, één dagreis van Joppe, Ptolemai's en Sichem verwijderd, vroeger een kasteel met den naam „toren van Straton”; door Herodes den Groote in 12 jaren tijds geheel vol gebouwd, en met een door kunst vergroote haven verrijkt. Hier had de procurator zijn residentie. Hier woonde Filippus (Hand. 8 : 40; 21 : 8), en de hoofdman Cornelius (10 : 1, 24; 11 : 11). Hier stierf Herodes Agrippa zijn treurigen dood (Hand. 12:19, 23). De apostel Paulus reisde na zijn bekeering over Cesarea naar Tarsus (Hand. 9 : 30), ging van zijn eerste zendingsreis in Europa over Cesarea voor korten tijd naar Jeruzalem terug (18 : 22), ontving hier op zijn laatste reis derwaarts de laatste verkondigingen en afmaningen (21 : 8), kwam er spoedig daarop als gevangene (23 : 23—33), en bleef dat twee jaren onder Felix en Festus (Hand. 24—26).

Tien jaar later ontstond hier onder den landvoogd Gessius Florus een bloedige strijd tusschen Joden en Grieken, die tot den aanvang van den Joodschen krijg en daarna tot de verwoesting van Jeruzalem aanleiding gaf. Na dezen tijd was Cesarea omstreeks 400 jaar hoofdstad van Palestina en de bisschop van Jeruzalem stond onder dien van Cesarea. (Een dezer was de kerkelijke geschiedschrijver Eusebius, van wien wij thans nog met die van zijn tijdgenoot Hieronymus in Bethlehem, de beste berichten over het oude Palestina hebben).

Na de kruistochten werd Cesarea 1101 veroverd, maar door Saladijn 1187 weder genomen en 1265 door den sultan Bibar geheel verwoest. In de 17de eeuw woonden daar nog eenige visschers, thans vindt men niet dan ruïnen, welke door de Turken voor de bouwwerken van Akre gebruikt worden. Binnen de 30voethooge ringmuren verschuilen zich jakhalzen en wilde zwijnen.

II. Cesarea Filippi, vroeger Paneas en waarschijnlijk Baal Gad genoemd, ligt in het meest Noordelijk gedeelte van Palestina, op de breedte van den Libanon, d. i. van de heerlijke, rijk bevochtigde vlakten tusschen den Libanon en Hermon, in een Oostelijken hoek van het dal, en is thans een Turksch dorp Banias met ongeveer 150 huizen. Ruim een uur verder staat nog een oud vervallen kasteel der Saracenen van dienzelfden naam; aan de Noordoostzijde van het dorp komt uit een ruime grot, onder een hoogen loodrechten rotsmuur de meest Oostelijke bron van den Jordaan, die l‘/2 uur verder met de Noordelijke takken samenvloeit. Boven deze grot waren nissen ingehouwen met beelden en opschriften en in de nabijheid een tempel aan den god Pan gewijd, die door de ouden in bosschen en eenzame plaatsen vereerd werd en aan deze afgelegene plaats den naam gegeven heeft. Volgens Josefus richtte Herodes de Groote dezen tempel in ter eere van Augustus. Zijn zoon Filippus verfraaide de stad en noemde haar Cesarea Filippi; Herodes Agrippa II later ter eere van Nero, Neronias.

In dit meest verwijderde deel van het Joodsche land, in dit stil en boschrijk oord was het, dat Jezus na een eenzaam gebed (Luc. 9:18), voor de eerste maal aan zijn jongeren vraagde, wie Hij was, maar ook met de openbaring zijner godheid de eerste lij densverkondiging verbond (Matth. 16 : 13; Marc. 8 : 27).

< >