Eerste legerplaats der Israëlieten (Exod. 13 : 20), voor aan (Num. 33 : 6) aan het einde der woestijn, waar overigens in het Hebreeuwsch beide malen dezelfde uitdrukking staat; volgens vs. 8 ook naamvan een woestijn, waarin de Israëlieten na het overtrekken der Roode Zee kwamen. Wil men nu niet beide namen buiten betrekking tot elkander plaatsen dan lag de plaats Etham in de woestijn Etham.
Volgens Robinson lag het in de streek derkrokodilmeren, daar waar de vroeger langere punt van de Roode Zee ophield, zoodat Israël van daar zoowel Oostelijk naar de woestijn, als Westelijk op Egyptischen bodem verder had kunnen trekken. De Heere beval echter van hier uit naar de laatste richting zich om te wenden (Exod. 14 : 2), en gaf daardoor aan Farao aanleiding tot het achtervolgen.
