was volgens 1 Kon. 16 : 31 de vader van Izebel en schoonvader van Achab. Hij wordt genoemd „koning van Sichem”.
Uit hetgeen Josefus mededeelt blijkt, dat Ithobal (Baal is met hem), want zoo werd hij genoemd, de 7e opvolger was van Hiram. Veertig jaar en 8 maanden na diens dood werd hij koning van Tyrus en over de aan Tyrus onderworpen Sidomeërs.
Hij was vroeger priester van Astarte geweest. Doordat hij zijn voorganger Pheles verwondde, werd hij koning.
Twee-en-dertig jaar regeerde hij en hij is 68 jaar geworden (Josefus 8, 13; 1, 9; 6,6). Zijn voormalige stand als priester van Astarte maakt het verklaarbaar, dat zijn dochter den Baaldienst in het rijk van Achab bevorderde.
