Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Achab

betekenis & definitie

I. Ach-ab d. w. z. zijns vaders broeder.

Hij was de zevende koning uit het rijk van Israël of Efraïm, de zoon van Omri, met wien de 4e dynastie begon. Hij regeerde van 877—855 gelijktijdig met Asa en Josafat in het rijk van Juda (1 Kon. 16 : 19—22 : 40).

Achab zocht naar uitwendige heerlijkheid voor het rijk van Israël. Dat streven was al onder Omri begonnen zich te openbaren.

Om zijn doel te bereiken huwde hij met de dochter van den koning van Sidon, Izebel geheeten (16 : 31). De grootheid van het rijk onder de regeering van Salomo stond hem hierbij voor den geest, maar de gevolgen waren nog droeviger dan die bij Salomo geweest waren.

Izebel was de oorzaak, dat Achab den Baalsdienst invoerde, om den dienst van Jehova te doen verdwijnen. In Samaria, de hoofdstad des rijks, werd een Baalstempel gebouwd.

Daaraan waren verbonden 450 Baalspriesters en 400 profeten van het bosch, die van de tafel van Izebel aten (16 : 32; 18 : 19). De profeten, die getrouw bleven aan den dienst van Jehova werden door Izebel vervolgd (18 : 4).Tegen deze godonteerende handelwijze trad nu Elia, de Thisbieter op, en zijn heerlijke overwinning op den Karmel, waar de Baals beschaamd werden en Jehova verheerlijkt werd, had tot gevolg, dat de dienst van Jehova noch bij het volk, noch ook bij den koning verdrongen werd, ondanks den toorn van Izebel (19 : 2). De profeten des Heeren kwamen weder tot Achab en hij zelf wendde zich ook tot hen (20 : 13, 41; 22 : 16) en Izebel zelve moest erkennen, dat, hoezeer zij zich daar ook verstoord over maakte, het een zonde was, des doods waardig, waarover men in Israël tegen God opstond en Hem lasterde (21 : 10).

Er kwamen nu echter in Achabs omgeving ook valsche profeten, die zich profeten van Jehova noemden (22 : 6) en deze hebben veel onheil gesticht in het rijk van Israël.

Het karakter van Achab is zwak geweest. Hij was dikwerf een speelbal van zijn gemalin, die hem kneedde als was. Door dien slechten invloed van zijn gemalin kwam Achab er toe, om geweld te plegen jegens zijn onderdanen (21). Eveneens schijnt het bouwen van het elpenbeenen huis geschied te zijn op aandrang van de goddelooze Izebel (22 : 39).

Tegenover het buitenland had Achab een moeilijke taak, vooral door de zware oorlogen met Benhadad van Syrië. De vijand belegerde Samaria (20 : 1—4). Achab wilde zich voor Benhadad vernederen, maar de overmoed van den Syrischen koning ging te ver (20 : 5, 6). Een profeet kondigde Achab aan, dat hij overwinnen zou (20 : 13). Deze zege geleek eenigszins op die door Gideon behaald werd.

Een nog grootere overwinning schonk de Heere aan Achab in het volgende jaar bij Afek. Daar werd Benhadad zelfs gevangen genomen (20 : 22, 23), maar het gebruik, dat Achab van deze overwinning maakte, om nu een verbond met Benhadad te sluiten, haalde hem een oordeel op den hals, dat een profeet hem aankondigde (20 : 42).

Het nog zwaardere oordeel, dat Elia eens aangekondigd had, nadat de geschiedenis met Naboth was voorgevallen, werd vervuld in den derden veldtocht tegen Benhadad. Deze veldtocht ondernam Achab met Josafat, den koning van Juda. Achab, die reeds door den profeet Micha gewaarschuwd was, en daardoor verschrikt was geworden, toog met sombere verwachtingen ten strijde. Hij werd door een pijl, die een Syrisch man in eenvoudigheid afschoot, doodelijk gewond en in Samaria begraven, en de honden lekten zijn bloed (22 : 38).

Achab is zwak geweest tegenover zijn gemalin, maar evenzeer tegenover Benhadad. Zijn zwakheid was aanleiding, dat hij in de zonde verzonk en dat hij, zooals de Schrift zegt, zich verkocht had, om kwaad te doen (21 : 25). Hij wordt als een waarschuwend voorbeeld gesteld voor alle tijden (Micha 6 : 16). Zijn berouw.dat hij openbaarde, nadat Elia het oordeel had aangezegd, was uiterst oppervlakkig, geheel in overeenstemming met ’s konings karakter. De Heere was echter zoo lankmoedig om de straf nog te verzachten (1 Kon. 21 : 27—29).

Volgens Assyrische berichten heeft een zekere Achabbu Sir’ilai in verbintenis met Benhadad o.a. tegen Salmanezer II van Assyrië krijg gevoerd. Zij zijn echter bij Karkas verslagen. Wanneer deze Achab nu de koning Achab geweest is, dan moet deze oorlog met Salmanezer II gevoerd zijn na den tweeden Syrischen oorlog. En dit zou verklaren, waarom Achab met Benhadad een verbond sloot.

II. Achab, een valsche profeet onder de Israëlieten in Babel (Jer. 29 : 21—23).

< >