Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Eljakim

betekenis & definitie

I. De vrome zoon van Hilkia, wien zijn verheffing door Hiskia door Jesaja (hoofdst. 22) vooraf aangekondigd werd.

Als eerste beambte van het koninklijke huis moest hij den sleutel van David, het zinnebeeld van de hoogste macht verkrijgen, zoodat niets zonder zijn toestemming gebeuren kon. Hij werd daardoor een voorbeeld van Christus, die de woorden (22:22) in den hoogsten zin Zichzelven toeeigent (Openb. 1 : 18; 2 : 7), maar ook op zijn apostelen toepast.

In den tijd van den Assyrischen inval vinden wij werkelijk Eljakim als „hofmeester” aan het hoofd der hooge beambten, die met Rabsake onderhandelden, over zijn lasteringen diep bedroefd, hun kleederen verscheurden en door Jesaja naar den koning gezonden, gesterkt en getroost van hem terugkeerden (Jes. 36 v.; 2 Kon. 18 v.).II. Eljakim, zie Jojakim.

< >