Na Luthers dood openbaarde zich onder de Lutherschen tweeërlei richting. Eenerzijds stond Melanchton met de zijnen, de Filippisten genoemd en anderzijds stonden de strenge Lutheranen Amsdorf, Flacius en Wiegand.
Het bolwerk der Filippisten vond men aan de universiteiten te Wittenberg en Leipzig, het bolwerk van de strenge Lutheranen te Weimar en Jena. Het verschil tusschen beide richtingen liep voornamelijk over de verhouding der Lutherschen eenerzijds tegenover de Roomschen en anderzijds tegenover de Calvinisten.
Melanchton zocht toenadering naar beide zijden. Zijn irenische natuur drong hem daartoe, maar de strenge Lutherschen wilden daarvan niets weten.
De toenadering tot de Calvinisten werd hoofdzakelijk gezien bij het avondmaal en daaruit ontstond de Crypto-Calvinistische strijd (1532—1574). Joachim Westphal, predikant te Hamburg, begon Calvijns leer over het avondmaal heftig te bestrijden.
Hij beweerde, dat vele Luthersche theologen in het verborgen die leer waren toegedaan. Calvijn en Bullinger antwoordden hierop.
Erger werd de strijd, toen in Bremen de hofprediker Hardenberg en in Heidelberg de diaken Klebitz de Calvinistische avondmaalsleer verdedigden. Zoowel in Bremen als in Heidelberg zegevierde de Calvinistische leer.
Ook in Wittenberg waren vele Crypto-Calvinisten.
O.a.
Peucer, de lijfarts van den keurvorst en de schoonzoon van Melanchton. Wel scheen het eerst, alsof ook daar de Calvinisten zouden zegevieren, maar de kansen keerden.
Melanchton stierf en de keurvorst begon gevaar te duchten voor het Lutheranisme. Hij liet de hoofden der beweging o.a.
Peucer gevangen nemen. Deze bleef 12 jaar in hechtenis.
De Filippisten werden verbannen en een dankstond in de kerk benevens een gedachtenispenning verkondigde de nederlaag van het Crypto-Calvinisme in Wittenberg.