Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Brahma-Samadsch

betekenis & definitie

is een der gemeenschappen, waarin het Hinduisme zich met elementen der Christelijke religie heeft vermengd. De vrome Rama Mohana Raja, een Bengaalsch Brahmaan, die in 1833 te Bristol gestorven is, was de stichter van dit genootschap.

Hij had Sanskriet, Arabisch en Perzisch geleerd en op een reis naar Tibet de wijsheid der Lama’s leeren kennen. Hij was streng monotheïst, bestreed met ijver de polytheïstische voorstellingen als een grove dwaling.

Daarom moest hij uit zijn vaderland wijken. Sinds 1816 trad hij als reformator op van het naar zijn meening oorspronkelijke monotheïstische Hinduisme.

De meesten zijner leerlingen waren opgeleid in Christelijke opvoedingsgestichten. Dit verklaart den Christelijken invloed, die zich in de ontwikkeling openbaart.

Ongeveer 1830 werd zij gesticht en aanvaardde toen den naam Brahma-Samadsch in plaats van dien van Unitarische kerk van Calcutta. Rama Mohana Raja (door sommigen ook Ram Mohan Roj genoemd) schreef een boek Precepts of Jesus, waarin hij zijn bewondering te kennen gaf voor de practische zijden van het Christendom, maar van de genade Gods in Christus Jezus wilde hij niet weten, daar hij de zaligheid afhankelijk maakt van ’s menschen eigen verdiensten.

Na den dood des stichters zette de secte haar bestaan voort. Te Madras vestigde zij zich.

Van opbloei was echter geen sprake, vooral niet te Calcutta, totdat in 1839 de Babu Debendra Nath Tagora optrad met het tijdschrift Sabha.

Bij de secte voegden zich leerlingen van de godsdienstlooze staatsscholen, tengevolge waarvan haar oorspronkelijk geloof verwaterde.

Het Hinduïsme werd principieeler op den voorgrond gesteld. Spreuken van oude wijzen werden als uitdrukking des geloofs aanvaard.

Alle geschreven openbaring verworpen en de natuur als eenig heilig boek erkend. Mystische invloeden deden zich onder hen gelden.

Het inwendige licht kreeg onder hen beteekenis. Zoo nu en dan traden echter tot deze secte menschen toe, die in de zendingsscholen waren opgeleid, waardoor zij weder tot het Christendom neigde.

Zoo o. a. Keschub Chunder Sen.

In 1865 stelde hij met een aantal jongeren voor af te schaffen de uitwendige caste-teekenen, dat slechts bekwame mannen de godsdienstoefeningen van den Samadsch leiden zouden, terwijl daarin van geen haat jegens andere godsdiensten mocht sprake zijn. Daar de conservatieve elementen dit niet wilden toestemmen, onstond er een scheuring.

Deze conservatieven noemden zich voortaan Adi Brahma Samadsch, maar verliepen ten slotte weder in Hinduïsme.Den 5en Mei 1866 hield Keschub Chunder Sen een bekende voordracht over: Jezus Christus, Europa en Azië. In 1870 kwam hij naar Engeland, waar hij zeer gevierd werd. Hij bestreed de godsdienstloosheid van zijn ontwikkelde rasgenooten en trad op met de leuze: de religie grondslag van allen vooruitgang. Aan Gods Vaderschap gelooven is het geloof aan de broederschap der menschheid. Daarmede stelde hij zich tegen het caste-wezen, tastte Brahmaansche voorschriften aan door b.v. het huwelijk der weduwen geoorloofd te stellen en de opvoeding der vrouw te verbeteren. 1880 gaf hij voor de gemeente nieuwe geloofsregelen o. a. dat God niet mensch wordt in menschelijke gedaante. Mozes, Jezus, Mohammed, de groote Brahmanen en de stichters der godsdiensten zijn alle weldoeners der menschheid, maar slechts begaafde menschen.

De roem van Keschub Chunder Sen taande echter, zooals dit met alle sectenleiders het geval is, zoodat toen hij in 1884 stierf, zijn glorietijdperk reeds voorbij was. Zijn extatische gedragslijn, zijn pompeuse ceremoniën trokken niet meer aan, vooral niet toen het bleek, dat hij, in strijd met eigen leer zijn dochter reeds op zeer jeugdigen leeftijd aan een rijken Hinduvorst uithuwelijkte en dezen misstap door een beroep op goddelijke ingeving trachtte te rechtvaardigen. Zijn dood bracht echter groote stoornis in het bestaan zijner reeds pl.m. 3500 leden sterke gemeente. Zij bleef echter vasthouden aan het ideaal eener verzoening van alle godsdiensten, gelijk hare voorstanders dit ook op het congres der godsdiensten te Chicago verdedigden. Deze secte wijst op het ontbinden van het Hinduïsme. Toch mag men niet uit het oog verliezen, dat zij daarmede nog niet Christelijk is geworden. Zij heeft blijkbaar geen oog voor het principieele verschil tusschen Hinduïsme en Christendom, heeft geen oog voor den Christus der Schriften, dien zij verwerpt, evenals de duizenden Europeanen, die onder den invloed van het modernisme ook droomen van een versmelting aller godsdiensten tot een nieuwe wereldreligie.

< >