Het is een uitgestrekt hoogland (12000 voet hoog). In Centraal Azië, van de buitenwereld afgesloten door hooge bergen (de Himalaya in het Zuiden) de grootste en de hoogste der wereld.
Hier liggen de oorsprongen van al de groote rivieren in Zuid- en Oost-Azië. Eeuwen lang was er zoo goed als niets van dit land bekend, eerst in de laatste jaren zijn de ontdekkingsreizigers er in doorgedrongen en is er een verbinding met de buitenwereld tot stand gekomen.
Het getal inwoners is op 6 millioen geschat en dezen zijn van Mongoolschen oorsprong. De taal is afkomstig van het Sanskriet is alfabetisch en wordt van links naar rechts gelezen.
De bevolking leeft van wat landbouw en veeteelt (schapen, geiten, yaks). Het grootste deel van het jaar heerscht er strenge winter, terwijl slechts enkele bergdalen in het Zuiden wat vruchtbaar zijn.
De godsdienst is tweeërlei, nl. de oorspronkelijke religie, Bon genaamd, waarvan zeer weinig bekend is, en het Boeddhisme, hier Lamaïsme genoemd. De menschen worden verdeeld in priesters en leeken.
Ontzaglijk groot is het aantal kloosters en priesters. Tibet wordt daarom wel genoemd het „koninkrijk der priesters” (Lama’s geheeten).
In zeden en gewoonten is het zeer onderscheiden van de omliggende landen.
Onder de rijkeren is polygamie en onder de armeren polyandrie.
Vroeger stond Tibet onder de suzereiniteit van China. Het werd geregeerd door twee hooge commissarissen, door Pekin benoemd, bijgestaan door den Tibetaanschen Dalai Lama en den Teshu Lama, in de hoofdstad Lhasa.
De Dalai Lama, ook wel de groote Lama genoemd, is een klein kind, dat beschouwd wordt de reïncarnatie te zijn van den vorigen Dalai Lama. Gewoonlijk regeerde hij niel langer dan zeven of acht jaar en werd dan weer door een andere reïncarnatie vervangen.
De Teshu Lama treedt op als regent. Den vorigen Dalai Lama heeft men niet gedood, maar meerderjarig laten worden en zonder regent laten regeeren.
Kort geleden is er weer een jonge Dalai Lama gevonden. Langzamerhand is Tibet uit zijn isolement verlost.
Het gelukte aan de Engelschen, zij het dan ook met militaire macht, in 1903 voor het eerst te Lhasa een contract te sluiten. Sinds dien tijd heeft Tibet zich losgemaakt van China en werd in 1913 onafhankelijk en zelfstandig verklaard.Eeuwen lang heeft de Roomsche kerk talrijke en moedige pogingen gedaan om in dit voor vreemdelingen verboden land door te dringen. Reeds in 1330 kwam de Apostel van Tartarye, Odoric, Forojuliensis, te Lhasa. In de zeventiende eeuw ontstond een bloeiende missie, die echter geheel werd uitgeroeid. In 1845 drongen twee priesters door tot Lhasa, maar werden door de Chineezen als gevangenen naar Canton gebracht. Sinds dien tijd beperkte men zich tot het bezetten van verschillende grensposten, wachtende totdat de tijd gekomen zou zijn en men toegelaten werd. Dit is eveneens gedaan door de Zending der Hernhutters, die een drietal posten heeft in het grensgebied.
Zij hebben de Tibetaansche taal bestudeerd en reeds een Nieuw Testament uitgegeven. Ook verschillende Engelsche en Amerikaansche zendingsgenootschappen hebben dergelijke grensposten, van waaruit men verbinding zoekt met de Tibetanen.