Geboren te Fajum (Egypte) 892, gestorven 942. Hij heeft den titel gevoerd van Gaon.
Bestrijder der Kareeërs. Grootgeleerde in het Jodendom.
Met hem begint de Religionsphilosophie bij de Joden. Heeft veel geschreven, vooral beroemd om zijn werk uit 933:Emoenoth wedeoth (geloofsleer en filosofische dogma’s).
Dit werk is oorspronkelijk in ’t Arabisch, maar in 1845 verscheen bij Wiegand in Leipzig een vertaling door Julius Fürst. In verband met Zach. 12 : 1 leerde Saadja in Cap. 6 „over de ziel en; haar voortbestaan na den dood”.