Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Belsazar

betekenis & definitie

is ons uit het boek Daniël bekend als de laatste koning van het Nieuw-Babylonische of Chaldeeuwsche rijk. Buiten de Heilige Schrift wordt deze Belsazar nergens als koning genoemd.

Volgens de Babylonische bronnen, en ook volgens Grieksche schrijvers, wasNabonedus, die van 556 tot 539 v. C. regeerde, de laatste koning.

Uit de opschriften van dezen Nabonedus blijkt, dat zijn eerstgeboren zoon Bel-sar-usur heette, en dit is ongetwijfeld dezelfde persoon, die door de Hebreën Belsazar genoemd werd. Iets naders omtrent dezen kroonprins Belsazar meldt ons zeker Babylonisch geschrift, dat den naam draagt van Nabonedus-Cyrus-Kroniek.

In deze kroniek staat aangeteekend, dat koning Nabonedus verscheidene jaren buitenslands vertoefde, terwijl zijn zoon met de troepen in Babylonië was. Men kan uit de kroniek afleiden, dat deze toestand bestaan heeft in de jaren 550—545 v.

C. Vermoedelijk waren hier binnenlandsche oneenigheden in het spel.

Nabonedus behoorde tot de priesterlijke partij, en hield zich veel meer bezig met oudheidkundige onderzoekingen dan met militaire maatregelen. Overal in het land zocht hij de fundamenten van oude tempels op, ten einde deze gebouwen op hun oude plaatsen te herstellen, en zich zoo de gunst der góden te verzekeren.

De militaire partij was nu blijkbaar van oordeel, dat er heel andere dingen moesten gebeuren tot afwending van het dreigende Perzische gevaar.

En het is aannemelijk, dat Nabonedus niet vrijwillig buitenslands vertoefde, maar dat hij op een afstand werd gehouden door de militaire partij, die voor de verdediging des lands meer heil verwachtte van zijn zoon Belsazar.

Zoo was Nabonedus de officieele koning, maar Belsazar de feitelijke koning. Als we nu lezen, dat Daniël openbaringen ontving in het eerste en het derde jaar des koninkrijks van Belsazar (Dan. 7 : 1 en 8 : 1), dan kunnen we dit het best verstaan van de jaren, toen Nabonedus in ballingschap leefde, terwijl Belsazar de feitelijke hoofdpersoon in Babylonië was.

Hoe er aan dezen toestand een einde kwam, is ons niet bekend. Wel weten we, dat Nabonedus later weer in Babylonië regeerde.Belsazar is den Bijbellezer het best bekend door de geschiedenis van den grooten maaltijd, dien hij kort voor zijn dood aanrichtte (Dan. 5). Dat Belsazars dood samenhing met de inneming van Babel door de Perzen (539 v. C.), is duidelijk (vers 25—30). Ook Grieksche schrijvers vermelden, dat de Perzische troepen van een feestelijkheid der Babyloniërs gebruik maakten om de stad binnen te dringen. De Nabonedus-Cyrus-Kroniek deelt omtrent het laatste jaar van het Chaldeeuwsche rijk onder anderen het volgende mede: Tegen het einde van den winter was het gebied aan de Perzische Golf Nabonedus ontrouw geworden. Einde Juli leverde Cyrus bij de stad Opis een veldslag, waarin vele Babyloniërs tot de Perzen overliepen.

Begin Augustus werd de stad Sippar zonder strijd ingenomen; Nabonedus vluchtte. Twee dagen na de inname van Sippar kwamen de troepen van Cyrus zonder strijd Babel binnen, aangevoerd door den veldheer Gobryas. Nabonedus viel nu weldra in de handen der Perzen. Omstreeks 25 October hield Cyrus zijn intocht in Babel en kondigde voor de stad een volledigen vredestoestand af, terwijl hij Gobryas tot stadhouder aanstelde. Elf dagen later stierf de gemalin des konings. Hiermede moet de vrouw van Nabonedus en moeder van Belsazar zijn bedoeld.

In heel het Babylonische land werd algemeen over haar gerouwd, ongeveer van 20 Februari tot 25 Maart. Zoo luidt de Babylonische lezing van het gebeurde. Wat Cyrus zelf ervan verhaalt, voegt hier geen zakelijk nieuws aan toe.

Leggen we nu dit Babylonische bericht naast het Bijbelsche (Dan. 5), dan rijst de vraag, op welk tijdstip we ons den maaltijd van Belsazar het best kunnen denken. Niet onaannemelijk schijnt mij de volgende gissing. We zagen, dat er volgens meergenoemde kroniek een kleine drie maanden verliepen (begin Augustus tot einde October) tusschen den intocht van Gobryas in Babel en dien van Cyrus. Daarbij kunnen we aannemen, dat Belsazar gedurende dezen tijd zich verschanst had in een gedeelte van het paleis. Daar Nabonedus na zijn gevangenname niet meer meetelde, was Belsazar nu de wettige koning op het standpunt van die Babyloniërs, welke zich tot het uiterste wilden verzetten. En we kunnen ons Belsazars maaltijd, waarbij het geheimzinnige schrift aan den wand verscheen, het best denken heel kort voor het tijdstip van Cyrus’ intocht.

Toen leefde de moeder van Belsazar nog, die we ook in het Bijbelsche bericht ontmoeten (vers 10—12). Deze vorstin had persoonlijk herinnering van wat er tusschen Nebukadnezar en Daniël was voorgevallen. Wanneer zij Nebukadnezar aanduidt als „vader” van Belsazar, dan moet dit woord genomen worden in dien ruimen zin, waarin Jehu door de Assyriërs een „zoon” van Omri werd genoemd. Aan het wijze woord, door zijn moeder gesproken, heeft Belsazar toen gevolg gegeven. Maar het oordeel over hem en zijn rijk kon niet meer worden afgewend. In den feestnacht drongen de Perzen de laatste verschansing der Babyloniërs binnen, en Belsazar werd gedood.

Spoedig daarop hield Cyrus zijn intocht. En elf dagen later stierf Belsazars moeder, mogelijk wel tengevolge van de ontroerende gebeurtenissen der laatste weken. De Perzen, die in alles een verzoenende houding jegens het Babylonische volk aannamen, hebben er zich niet tegen verzet, dat de kloeke vrouw door nationaal rouwbetoon werd geëerd.

< >