Licht- en elektronenmicroscoop hebben een geringe dieptescherpte waardoor slechts op een nauw begrensd vlak een nauwkeurig beeld ontstaat. Het erboven en er onder liggende lijkt onscherp, zodat geen ruimtelijke indruk van een object ontstaat. De rasterelektronenmicroscoop combineert sterke vergroting met grote dieptescherpte.
Het oppervlak vertoont nu een reliëfstructuur, bv. bij huidmondjes en stuifmeelkorrels. Deze ontstaat door het aftasten van het oppervlak met een elektronenstraal, ➝ scanning-elektronen microscoop.