Bijbelse encyclopedie

Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)

Gepubliceerd op 17-04-2025

STEEN, OPGERICHTE

betekenis & definitie

Het Hebr. woord massēbā, dat in het O.T. herhaaldelijk voorkomt, moet op verschillende manieren worden vertaald. Een enkele maal betekent het: tronk, Jes. 6 : 13.

In de overige gevallen komen twee vertalingen in aanmerking, nl. opgerichte steen en gewijde steen. Als gewijde stenen vertegenwoordigen de masseben de Baäls of in het algemeen de mannelijke goden. Zie art. Asjéra. Als opgerichte stenen zijn de masseben gedenktekenen, steunpunten voor het geheugen. Zie ook Altaar. Trouwens, het woord massēbā is afgeleid van nasab, dat in het causativum (de z.g. Hiphil) betekent: oprichten. De gewijde stenen zijn voorwerpen, die aan Israël door de Here ten strengste verboden worden. Zij behoren tot de afgodendienst der heidense volken, m.n. van de bewoners van Kanaän, die Israël bij zijn intocht moest uitroeien. Zie over deze gewijde stenen Ex. 23 : 14; 34 : 13; Lev. 26 : 1; Deut. 7 : 5; 12 : 3; 16 : 22; 1 Kon. 14 : 23; 2 Kon. 3 : 2; 10 : 26, 27; 17 : 10; 18 : 4; 23 : 14; 2 Kron. 14 : 3; 31 : 1; Jer. 43 : 13 (obelisken), Ez. 26 : 11; Hos. 3 : 4; 10 : 1, 2; Micha 5 : 12.Zie over deze opgerichte stenen: Gen. 28 : 18, 22; 31 : 13, 45, 51, 52; 35 : 14, 20; Ex. 24 : 4; 2 Sam. 18 : 18; Jes. 19 : 19. Wanneer men deze plaatsen nagaat, zal men zien, dat het daar gedenktekenen zijn. De s. wil de herinnering levendig houden hetzij aan een verschijning des Heren (Gen. 28 : 18, 22; 31 : 13; 35 : 14), hetzij aan een gesloten verbond (Gen. 31 : 45, 51, 52), hetzij aan een dode als grafteken (Gen. 35 : 20), hetzij aan een persoon als een soort surrogaat voor een standbeeld (2 Sam. 18 : 18). Ex. 24 : 4 vertegenwoordigen bij de ceremonie der verbondssluiting de 12 s. de 12 stammen van Israël. Treffend is de voorspelling Jes. 19 : 19: aan de grens van Egypte zal er een s. zijn voor Jahwe: een obelisk, ten getuige, dat Jahwe ook de God der Egyptenaren is.

< >