stad in de Sjefeela (laagte) in Juda’s gebied, Joz. 15 : 44; verdedigd door David tegen de Filistijnen, 1 Sam. 23 : 1—8. Een deel van de bewoners neemt na de ballingschap deel aan de opbouw van Jeruzalem, Neh. 2 : 17.
Meestal wordt aangenomen, dat Kehila ligt ter plaatse van Chirbet Kila aan de Wadi es Sur. Tussen 2 zijdalen verheft zich een steile heuvel, 66 m boven de dalkom. Aan 3 zijden is deze heuvel door een dal omringd, een laagte van 17 m scheidt de top ook nog van de rug, waartoe de heuvel behoort. Bovenop is een tamelijk effen vlak: daar lag de oude stad 108 m lang en 105 m breed. In het dal van de Wadi es Sur is een bron, die rijk water geeft. Zo waren dus goede voorwaarden gecombineerd, dat hier een stad kon wezen. Op de steile flanken van de tell vindt men potscherven uit de koningstijd.