zigzaggen
zigzaggen - Werkwoord 1. (inerg) een koers volgen die dan weer de ene kant dan weer de andere kant heengaat ♢ Er werd gezigzagd om de trefkans te verlagen. 2. ergatief een koers ergens heen volgen die dan weer de ene kant dan weer de andere kant heengaat ♢ Hij was n...