Wat is de betekenis van zeepaling?

m. (-en), in zee levende paling (Gonger conger).

(1914-1918) (Vlaanderen, sold.) zeppelin. • Ik wil hier daarvan enkele typische staaltjes geven, lukraak, te beginnen met een greep uit de talrijke voorbeelden van opzettelijke, humoristisch bedoelde klank- (en begrips-)associaties: ‘hazetand’ voor adjudant, ‘kapper’ voor kapitein, ‘peerdekop’ voor pé...

zeepaling - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde) Conger conger, de in zee levende kongeraal ♢ Zeepalingen worden door veel mensen griezelig gevonden. Woordherkomst samenstelling van zee en paling Synoniemen zeeaal

Grote palingsoort en uitstekend geschikt om te roken, doch soms komt stoven ook in aanmerking.

Het is meestal de gewone zeepaling die we in grote zeewateraquaria zien, de kommeraal zoals de vissers hem noemen, ongetwijfeld een verbastering van kongeraal – dat wel weer afkomstig zal zijn van zijn Latijnse naam Conger conger. Deze onmiskenbare verwant van de gewone ►aal en ook van de ►murene, kan een flinke knaap worden van tegen de drie...

Bij de zeevissers onder de naam kommeraal bekend, een verbastering van de vroegere naam kongeraal. Soms tot 2 m lang. Een enkele maal aan de kust gevangen, o.a. in 1928 bij Lemmer, in 1957 bij Kornwerderzand. In 1957 geregeld te Lwd. te koop.

(paling uit zee), 1. (voorwerpsn.), m. zeepalingen; 2. (stofn.), v.

visch u/d fam. der aalachtigen, tot 3 m lang roofdier, met scherpe tanden, voedt zich met vissollen en schaaldieren; leeft in diep water, weinig aan onze kust.

➝ Zeeaal.