Wat is de betekenis van Zeekoet?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zeekoet

m. (-en), geslacht van alkachtige zwemvogels (Uria, inz. U. lomvia), die van September tot April aan onze kusten vrij alg. voorkomen.

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

zeekoet

zwart-witte zeevogel. zwart-witte zeevogel met een lange, puntige snavel die op zee overwintert en broedt in rotsgebied. Ook van toepassing op het vogelgeslacht of de soort in het algemeen en dan vaak in het meervoud gebruikt. Voorbeelden: Het aantal getelde olieslachtoffers op de Nederlandse kusten is in de loop der jaren opg...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zeekoet

zeekoet - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) Uria aalge, een zwartwitte zeevogel uit de familie van de Alcidae De zeekoet wordt vaak slachtoffer van in zee terechtgekomen olie. Woordherkomst samenstelling van zee en koet

2025-07-17
Vogelgids van Vogelbescherming Nederland

Vogelbescherming Nederland 2009)

Zeekoet

Zeekoeten zijn echte zeevogels die zelden of nooit in het binnenland te zien zijn. Met uitzondering van de broedtijd blijven ze hun hele leven op zee en alleen om te broeden komen ze aan land. Doordat ze, net als duikers en futen, veel op het water zwemmen en minder vliegen zoals stormvogels en meeuwen, vallen er veel olieslachtoffers door de olie...

2025-07-17
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Zeekoet

Uria aalge (Pontoppidan: Colymbus) 1763. Niet in de Lage Landen broedende, maar overigens op zee talrijk voorkomende Alkachtige, die de naamgever mogelijk iets aan een Meerkoet heeft doen denken. Anderzijds kan het element koet op een heel andere manier zijn intrede hebben gedaan (in het mogelijk nog betrekkelijk jonge woord Zeekoet), waar de offic...

2025-07-17
Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Zeekoet

Zeekoeten zijn de grootste vertegenwoordigers van de ongeveer twintig soorten omvattende alkenfamilie die langs vrijwel alle kuststroken van het noordelijk halfrond voorkomt, vooral de koude. De alken, en speciaal de zeekoeten, kunnen wel enigszins worden beschouwd als tegenhangers van de op het zuidelijk halfrond thuishorende pinguïns. De vee...

2025-07-17
Dieren-encyclopedie

Lize Stilma (1961)

Zeekoet

De zeekoet heeft een mooie, witte borst en een zwarte rug. Het vogeltje is 45 cm lang, heeft een korte staart en een dapper snaveltje.

2025-07-17
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

ZEEKOET

(Fr.: skût). Vogel. In Frl. doortrekker en overwinteraar.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zeekoet

s.; Noordelijke, Zuidelijke —, skoet, skût.