Wat is de betekenis van Woudaap?

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

woudaap

(1612) (scheldw.) iemand met een verwilderd uiterlijk; ook: lomp en onbeschoft persoon. Eigenlijk: een in het bos levende aap. • Woudt-aep, veel voorkomend scheldwoord, zowel voor een man als voor een vrouw. Zie Rijnbach, 137; Coster, 331, 843: Boer. Och tisme wijf. Jan H. Ygort hoe ken die wout-aap greyen; 507, 337: Swijcht woudaep. (Aanteken...

2025-07-17
Vogelgids van Vogelbescherming Nederland

Vogelbescherming Nederland 2009)

Woudaap

Woudapen zijn kleine moerasvogels die leven van visjes, amfibieën en insecten. Ze broeden in dichte rietkragen en ruigtes met wilgen en biezen, en zijn daarin moeilijk waar te nemen. Woudapen leiden een zeer verborgen leven. Een ontmoeting met een woudaap is een zeldzame aangelegenheid. In vlucht is met name een mannetje woudaap opvallend: ee zwart...

2025-07-17
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

woudaap

iemand met een verwilderd uiterlijk; ook: ‘lomp en onbeschoft persoon’. Aantekening bij Samuel Coster (Boere-klucht van Teeuwis de boer, en men juffer van Grevelinckhuysen, 1612). Zie ook opmerkingen onder aap.