Wat is de betekenis van Veldleeuwerik?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Veldleeuwerik

m. (-en), de gewone leeuwerik (Alauda arvensis).

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

veldleeuwerik

grijsbruine zangvogel. kleine, grijsbruine zangvogel met een oprichtbaar kuifje en een staart met een witte zoom, die veel op akkerland broedt en die zingend tot grote hoogte stijgt en daar geruime tijd cirkelend en fladderend met zijn zang zijn territorium afbakent. Voorbeelden: Veldleeuwerik [...]. Het verenkleed is onopvallend gri...

2025-07-17
Vogelgids van Vogelbescherming Nederland

Vogelbescherming Nederland 2009)

Veldleeuwerik

De uitbundig klinkende zang van de veldleeuwerik kan op mooie dagen in het voorjaar van grote hoogte gehoord worden. De mannetjes maken spectaculaire zangvluchten. Eerst klimmen ze tot een hoogte van soms meer dan honderd meter, waarna ze luid zingend omlaag vleigen om in de buurt bij het vrouwtje te landen. Een uitzonderlijk record ligt op 56 minu...

2025-07-17
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Veldleeuwerik

Alauda arvensis Linnaeus 1758. De meest voorkomende en, vooral door zijn zang, meest bekende Leeuweriksoort van ons land. De soort heette bij Houttuyn 1763 Akker-Leeurik en nog bij Thijsse 1944 Akkerleeuwerik. Bij Schlegel 1852 "LEEUWRIK", bij Albarda 1897 "LEEUWERIK" en bij Snouckaert 1908 "Veldleeuwerik".Veld heeft i...

2025-07-17
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

VELDLEEUWERIK

(Fr.: ljurk). Algemene broeden trekvogel; enkele overwinteren.

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Veldleeuwerik

s., ljurk, ljurts.

2025-07-17
Inheemse dieren

Gedigitaliseerd Ensie (1950)

Veldleeuwerik

(Alauda arvensis)Kop draagt een weinig opvallend kuifje. 18 cm. Bruingestreept met witte buitenste staartpennen. Zingt tijdens verticale stijgende en dalende vlucht langdurig, trillend en luid kwinkelerend. In bouwland, grasland, heidevelden, duinen. In Nederland zeer talrijke broedvogel. Doortrekker in zeer groot aantal.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

veldleeuwerik

m. veldleeuweriken; z. a k k e r l e e u w e r i k.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Veldleeuwerik

of akkerleeuwerik, Alauda arvensis, vogel, behoorend tot de zangvogels. Iets kleiner dan een spreeuw. De kleur is als van bruine aarde, aan de onderzijde vuilgrijs. Heeft een korte kuif. Slagpennen en vleugeldekveeren hebben lichte zoomen en witte punten. De v. broedt in onze streken overal op heiden, weiden en roggeakkers. Het voedsel bestaat uit...