Uitsluitend
bn. bw., I. [uitslui'tend] bw., bij uitsluiting, enkel en alleen : hij denkt uitsluitend aan zichzelf; ik gebruik uitsluitend tarwebrood. II. [uit'sluitend] bn., 1. een uitsluitend recht, recht waarbij anderen uitgesloten zijn; 2. (spraakk.) uitsluitend zinsverband, waarbij de inhoud van de ene zin die...