Wat is de betekenis van Trac?

2025-07-19
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

trac

plankenkoorts Voor hij de enkele meters van de coulissen tot onder de spots aflegt, staat hij ter plaatse te gesticuleren en te trappelen. Op een moment dat alleen hij kent, ademt hij een laatste maal diep in, en komt aangelopen. Maar voordien heeft hij een eigen, heel aparte gimmick: voor hij het podium opkomt, kotst hij, van de trac....

2025-07-19
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Trac

Trac - Frans woord voor plankenkoorts: Ik heb de trac vanavond.

2025-07-19
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

trac

zie trak.

2025-07-19
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Trac

gang [v. lastdier]; spoor [v. dieren]; angst; avoir le trac, ’em knijpen.