Wat is de betekenis van Taps?

bn. bw., kegelvormig, konisch: een tapse bout; (van pennen en gaten): taps beitelstaal; — taps toelopend.

kegelvormig, schuin toelopend uitspraak [taps] citaat "Er kwam een jonge man naar buiten, een broodje in de hand. Hij zag er hip uit, in zo'n taps toelopende spijkerbroek, met een grijs vilten gleufhoedje op het hoofd." Bron: woordfeit Taps betekent in feite 'in de vorm van een tap', waarbij met tap oorspronkelijk de ke...

taps - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tap Verwante begrippen tappen

Taps - (Eng.) afluisterapparatuur. Voor alle duidelijkheid, een groot aantal van bovengenoemde taps waren clandestien, zonder de benodigde toestemming van de ministers.- Nieuwe Revu 6.12.1990 ​

sukkel, lomperd, onhandig wezen; klap, slag; Hans Taps, Jan onbenul.

bn., bw. (tapvormig, d. i. afnemend in dikte of in middellijn, b.v. van bouten, ronde gaten; kegel- of afgeknotte-kegelvormig).

bn en bw. spits, puntig als een tap : een houten trog die bijloopt.

bn. en bw., kegelvormig, konisch: een tapse plug; (van pennen en gaten): taps toelopend.

taps Zie: tap