Wat is de betekenis van Tailor?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tailor

(Eng.), m. (-s), kleermaker.

2025-07-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Tailor

[Eng., van OFr. taillour, van VLat. taliator] kleermaker; tailor made, aangemeten (bijv. damesmantelpak).

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Tailor

kleermaker

2025-07-17
Yiddish Slang

Fred Kogos (1966)

Tailor

Shneider.

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Tailor

kleermaker

2025-07-17
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

tailor

I. kleermaker; II. kleermaker zijn; III. maken [kleren]; kleren maken voor.

2025-07-17
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

tailor

(teefle) (Eng.) m. kleermaker; —made, (meed) (damesmantelcostuum) met kleermakerssnit.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tailor

m. tailors (Eng. kleermaker).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tailor

('tejlə) m. (-s) [Eng.] fijn kleermaker.