SOLLEN
(solde, heeft gesold), 1. (w. g.) werpen als een bal: iem. sollen in een deken, opgooien en weer opvangen; 2. heen en weer slingeren of geslingerd worden, inz. op zee; 3. trekken, sleuren: sol mij toch niet zo; — inz. (onoverg.) spelenderwijs met iets bezig zijn, heen en weer trekken of slepen: de kinderen solden met de hond...