moeten, zullen (met nadruk); mogen; behoren; das hättest du sehen sollen, dat had je moeten zien; er soll es tun, hij zäl ’t doen; soll er nur warten!, laat hem maar wachten!; was soll es denn sein? (in winkel), wat zal 't zijn?; sollte er verhindert sein..., so komme ich, mocht hij verhinderd zijn..., dan kom ik; er soll sehr krank sein, hij moet erg ziek zijn; was soll das?, wat moet dat?; soll ich das Buch holen?, wil ik het boek halen?; das soll nicht bestritten werden, het is niet de bedoeling, dat te bestrijden.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk