Wat is de betekenis van snipperen?

2025-07-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNIPPEREN

(snipperde, heeft gesnipperd), tot snippers snijden; snippers laten vallen van iets dat men fatsoeneert.

2025-07-18
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

snipperen

(1981) (inf.) een snipperdag nemen (op het werk). Snipperdag dateert van ca. 1950. • Utrechtse ambtenaren mogen 5 mei snipperen. UTRECHT, woensdag. De ongeveer duizend ambtenaren bij de provincie Utrecht kunnen 5 mei gaan vieren. Dinsdag besloten Gedeputeerde Staten het gehele personeel op die dag vrij te geven zonder dat het daarvoor een snip...

2025-07-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

snipperen

snipperen - regelmatig werkwoord uitspraak: snip-pe-ren 1. in kleine stukjes snijden ♢ je moet deze ui eerst snipperen en dan bakken 2. een vrije dag opnemen ♢ Berend hoeft niet te werken vandaa...

2025-07-18
Jargon & Slang van Havenarbeiders

Marc de Coster (2017)

Snipperen

Snipperen - een dagje vrij hebben. Heeft Ruud snipperen, dan heb ik ook snipperen.- Nieuwe Revu 3.5.1990 ​

2025-07-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Snipperen

v., snipelje.

2025-07-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

snipperen

snipperde, h. gesnipperd (tot snippers maken).

2025-07-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

snipperen

('snippsrən) (snipperde, heeft gesnipperd) 1. tot snippers snijden. 2. snippers laten vallen. 3. in al te kleine delen scheiden.

2025-07-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SNIPPEREN

SNIPPEREN - (snipperde, heeft gesnipperd), tot snippers snijden; (ook) snippets laten vallen vau iets dat men fatsoeneert; — (fig-) in al te kleine deelen scheiden. SNIPPERING, v. het snipperen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-18
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)